Bedrijfseconomisch ontslag

Soms is het nodig om bepaalde functies te laten vervallen, met het ontslag van jouw werknemer tot gevolg. Dit is geen besluit dat je zomaar van de ene op de andere dag maakt. Vaak wordt bij een bedrijfseconomisch ontslag gedacht dat je als werkgever in de rode cijfers moet staan. Hoewel één van de redenen inderdaad de slechte, financiële situatie van een bedrijf kan zijn, kunnen er ook andere redenen zijn. Zo kan je te maken krijgen met het mislopen van opdrachten, waardoor je niet genoeg werk hebt voor jouw werknemers. Ook heb je als werkgever in bepaalde mate beleidsvrijheid in de indeling van jouw organisatie, waarbinnen je kan besluiten dat een afdeling niet langer nodig is.

Het bedrijfseconomisch ontslag is daarmee een veel breder begrip dan rode cijfers. In deze blog gaan we dieper in op de redenen en het ontslag.

Ontslagaanvraag UWV versus vaststellingsovereenkomst

Bij een bedrijfseconomisch ontslag heb je de mogelijkheid om een ontslagvergunningsaanvraag in te dienen bij het UWV, of om een vaststellingsovereenkomst af te sluiten met de werknemer. In veruit de meeste gevallen lopen deze trajecten naast elkaar. De ontslagvergunningsaanvraag bij het UWV kost namelijk veel tijd, omdat er veel informatie aangeleverd moet worden. De procedure duurt vervolgens 4 tot 6 weken. De ontslagvergunningsaanvraag wordt in drie delen ingediend, namelijk deel A, deel B en deel C:

De alternatieve route is het ontslag via een vaststellingsovereenkomst. Hiervoor is geen toestemming van het UWV nodig en kan daarom veel sneller geregeld worden. Wanneer je besluit het ontslag via een vaststellingsovereenkomst te laten verlopen, is het verstandig om alsnog deel A in te dienen bij het UWV. Wanneer een werknemer zich namelijk na de aanbieding van de vaststellingsovereenkomst ziek meldt, zal een opzegverbod gelden. Dit opzegverbod kan het ontslag via het UWV dwarsbomen. Maar dit opzegverbod heeft geen effect bij de ontslagvergunningsaanvraag als die aanvraag al is gestart vóór de ziekmelding. Lees meer over opzegverboden in deze blog.

De juiste vaststellingsovereenkomst

Bij een bedrijfseconomisch ontslag is het belangrijk om een vaststellingsovereenkomst aan te bieden die tenminste dezelfde ‘waarde’ heeft als het ontslag via het UWV. De werknemer heeft bij de UWV procedure namelijk recht op de wettelijke transitievergoeding. Ook dient na de proceduretijd ten minste één maand opzegtermijn aangehouden te worden, waardoor de einddatum bij dat ontslag vaak later ligt en de werknemer langer van inkomen is verzekerd. De juiste vaststellingsovereenkomst bevat daarom in ieder geval het volgende:

Overweeg daarnaast om een additionele vergoeding of een latere einddatum af te spreken om de proceduretijd af te kopen, of stel je werknemers vrij van werk zodat zij zich kunnen richten op het vinden van een nieuwe baan.